Wie aan kanker denkt, denkt vaak aan kwaadaardige tumoren die organen aantasten, zoals de longen, de borst, de darmen en de prostaat. Maar ook cellen die deel uitmaken van het bloed kunnen kwaadaardig worden, zoals in het geval van non-hodgkinlymfomen.
De behandeling ervan is de laatste jaren veel verbeterd. Prof. Fritz Offner (bloedziekten, UZ Gent) geeft er uitleg bij.
Wat is non-hodgkinlymfoom?
Fritz Offner: “Non-hodgkinlymfomen omvatten een groep van kwaadaardige aandoeningen die ontstaan in de witte bloedcellen in het bloed. Het betreft één type van witte bloedcel, met name de lymfocyt, die als taak heeft te helpen verdedigen tegen allerlei microben, zoals bacteriën en virussen. Tijdens de verdediging nemen de lymfocyten toe voor een periode van 8 tot 10 dagen. Bij het ontstaan van non-hodgkinlymfoom loopt dit mis. De cellen blijven steeds toenemen of blijven veel langer in leven, zodat ze zich opstapelen. Bij non-hodgkinlymfoom gebeurt die opstapeling in de lymfeklieren.”
“De ziekte komt niet zo vaak voor. Elk jaar krijgen ongeveer dan 16 op 100.000 personen de ziekte. Er bestaan wel 18 types non-hodgkinlymfomen. De frequentst voorkomende vormen zijn het zogenaamde diffuus grootcellig B-cellymfoom, dat agressief is, en het folliculair lymfoom, dat trager evolueert.”
Wat zijn de klachten?
“Die kunnen sterk variëren. Bij agressieve vormen ontstaan er klieren die snel groeien, wat gepaard kan gaan met moeheid, zweten, koorts en gewichtsverlies. In andere gevallen groeien de klieren traag en duurt het maanden tot zelfs jaren voor er klachten ontstaan.”
Hoe wordt de ziekte behandeld?
“Het diffuus grootcellig type wordt behandelend met een combinatie van klassieke chemotherapie en nieuwere, doelgerichte antistoffen. De bedoeling ervan is met één reeks van zes tot acht kuren de ziekte geheel te genezen. Dat lukt tegenwoordig al bij 60 tot 80% van de personen.
“De folliculaire lymfomen zijn met een gelijkaardige behandeling ook vaak weg te krijgen. Maar ze hebben de neiging om terug te keren, en dan zijn herhaalde therapieën nodig. Doorbehandelen met enkel de doelgerichte antistoffen vertraagt de terugkeer. Op die manier zal 80% van de patiënten het heel goed blijven doen.”
“Chemotherapie wordt in het dagziekenhuis gegeven in kuren met interval van drie weken. Doorbehandelen met doelgerichte therapie gebeurde vroeger met een traag infuus, nu kan dit korter en comfortabeler met een onderhuidse inspuiting.”
Hoopgevende evolutie
“Door nieuwe technieken die de laatste 15 jaar ontwikkeld zijn, kunnen we nu een duidelijke meerderheid van patiënten met diffuus grootcellige lymfomen genezen. Patiënten met folliculair lymfoom die goed reageren op de therapie, hebben in de eerste tien jaar zowat dezelfde levensverwachting als personen zonder de ziekte. Toch geneest nog niet iedereen. Maar dat er nieuwe hoofdstukken geschreven worden in de behandeling van deze aandoeningen, daar twijfelt inmiddels niemand meer aan.” ?